Deontologische Commissie vindt klacht tegen Van Dijck ongegrond
De Deontologische Commissie van het Vlaams Parlement heeft zich vandaag gebogen over de klacht van Vlaams volksvertegenwoordiger Jos D’Haese tegen Kris Van Dijck omwille van een overtreding van de Deontologische Code inzake dienstverlening aan de bevolking. De Deontologische Commissie heeft unaniem beslist dat de klacht ongegrond is.
Sinds 1 januari 1998 heeft het Vlaams Parlement een Deontologische Code inzake dienstverlening aan de bevolking. De code bepaalt welke vormen van dienstverlening aan de bevolking kunnen en welke niet. Indien iemand van oordeel is dat deze code overtreden wordt, kan deze persoon klacht indienen bij de Deontologische Commissie van het Vlaams Parlement die de klacht behandelt.
De Deontologische Commissie kwam vandaag voor het eerst samen in haar nieuwe samenstelling sinds de verkiezingen van mei 2019 en stelde mevrouw Liesbeth Homans (N-VA) aan als commissievoorzitter. De commissie bestaat uit 15 leden en is samengesteld op basis van de evenredige vertegenwoordiging van de fracties in het Vlaams Parlement.
De Deontologische Commissie heeft vandaag de klacht van Vlaams volksvertegenwoordiger Jos D’Haese (PVDA) tegen Vlaams volksvertegenwoordiger Kris van Dijck (N-VA) behandeld. De heer D’Haese is van mening dat de heer Van Dijck de Deontologische Code heeft overtreden omdat deze een dossier via een tussenkomst had willen bespoedigen.
De Deontologische Commissie heeft de klacht van de heer D’Haese onderzocht en unaniem ongegrond verklaard.
Liesbeth Homans
Voorzitter Deontologische Commissie